drie verschillende
soorten diabetes

type 1 diabetes

Deze vorm van diabetes ontstaat meestal bij kinderen of volwassenen jonger dan 40 jaar, maar het kan ook op latere leeftijd nog ontstaan. De symptomen komen vaak uit het niets maar zijn zeer uitgesproken zoals dorst, veel plassen, vermoeidheid en vermageren.

Bij type 1 diabetes valt het eigen afweersysteem de cellen (bètacellen) aan die insuline aanmaken, waardoor de pancreas geen of onvoldoende insuline kan produceren. Wat aan de basis ligt is tot op heden nog niet geweten. Wel heeft erfelijkheid hier iets mee te maken.

type 2 diabetes

Meer dan 90% van de mensen die aan diabetes lijden, hebben type 2 diabetes. Dit type treedt vooral op vanaf de leeftijd van 40 jaar. Al wordt er de laatste jaren wel geconstateerd dat dit type steeds op jongere leeftijd begint voor te komen.

Bij type 2 diabetes liggen twee problemen aan de basis:

  1. Er wordt nog wel insuline aangemaakt maar in onvoldoende hoeveelheden
  2. De werking van de insuline die nog aanwezig is, is verminderd.

Erfelijkheid speelt ook hier een rol, maar de kans neemt toe bij overgewicht en bij gebrek aan lichaamsbeweging. Dit zijn ook belangrijke verklaringen voor de sterke toename van type 2 diabetes in de bevolking. Door een gezonde levensstijl en voldoende beweging kan men type 2 diabetes goed voorkomen.

Veel personen hebben weinig tot geen klachten bij de diagnose van type 2 dit in tegenstelling tot type 1 waar de symptomen zeer uitgesproken zijn. In principe kan je jarenlang rondlopen met de diagnose zonder dat je het zelf weet.

zwangerschapsdiabetes

Tijdens de zwangerschap kan er ook een vorm van diabetes voorkomen, namelijk zwangerschapsdiabetes. Hierbij stijgt je suikerwaarde in je bloed gedurende de tweede helft van je zwangerschap. De cellen die insuline produceren in de pancreas kunnen de toegenomen vraag naar insuline niet volgen. Hierdoor kunnen de weefsels de suiker niet meer vlot opnemen uit het bloed en ontstaat er een opstapeling van suiker in het bloed.

Dit vraagt verdere opvolging om risico's tijdens de zwangerschap en bij de geboorte, zoveel mogelijk te beperken. Meestal verdwijnt de diabetes na de bevalling. Risicofactoren zoals overgewicht, leeftijd en erfelijkheid spelen een rol bij het ontstaan van zwangerschapsdiabetes.